Producten
Binnen enkele dagen na het afkalven stijgt het energieverbruik van de koe tot wel 50%. Tegelijk is de koe niet in staat om deze hoeveelheid energie uit het voer te halen. Het gevolg: een negatieve energiebalans. De koe probeert dit energietekort aan te vullen met lichaamsvet. Hierdoor stijgt de hoeveelheid vrije vetzuren in het bloed, maar omdat de stofwisseling dit niet direct kan verwerken wordt een deel van deze vetzuren opgeslagen in de lever. Doordat de lever de enorme toename van vetzuren niet snel genoeg kan omzetten, vervet deze zich. Het omzetten van de vrijgekomen vetzuren vereist glucose. Is dit niet genoeg aanwezig? Dan stijgen de bloedwaardes van ziekmakende ketolichamen zoals aceton, acetoacetaat en béta-hydroxyboterzuur.
Omdat ketose ook een secundaire ziekte kan zijn, moet eerst worden vastgesteld of een andere ziekte de ketose veroorzaakt. Is dit het geval, dan moet eerst de onderliggende ziekte worden behandeld voordat de ketose kan worden genezen. De behandeling moet altijd worden uitgevoerd door de dierenarts, die doorgaans glucose of ondersteunende middelen zoals propyleenglycol zal toedienen om de energiebalans weer te herstellen.
Om ketose te voorkomen is het zeer belangrijk om de energiehuishouding van het dier te ondersteunen. Diverse voedingssupplementen kunnen hierbij helpen. Naast voedingssupplementen kan ook een groter comfort voor het dier behulpzaam zijn om ketose te voorkomen. Daarnaast moet hoge fysieke belasting in de transitiefase worden voorkomen.
De transitiefase is voor melkvee een belangrijke fase. Doorgaans duurt deze fase van drie weken voor, tot minstens zeven weken na het afkalven. In deze periode heeft de melkkoe ondersteuning nodig met specifieke vitaminen en mineralen, waarmee de belangrijkste organen – de lever en de pens – optimaal worden verzorgd. Deze voedingsstoffen kunnen samen met aanvullende diervoeders aan de dieren worden toegediend.
Kobalt, niacine en etherische oliën. Aan het begin van de lactatie staat de functie van de pens onder druk door een grotere behoefte aan vitamine B12. Dit tekort heeft een negatieve invloed op het energiemanagement van de koe. Kobalt verbetert de opslag van vitamine B12 en niacine is nodig om de pensflora te activeren. Niacine ondersteunt de pensfermentatie en is belangrijk voor de stofwisseling van koolhydraten, vetten en eiwitten.
Niacine, biotine en cholinechloride. Om het energietekort op te heffen, worden lichaamsreserves in de vorm van vet ingezet. Dit kan echter leiden tot leververvetting. Als de lever te veel vervet, kan deze belangrijke taken in de stofwisseling niet langer uitvoeren. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid van de koe. Niacine en biotine stimuleren de lever en zorgen voor een optimale leverfunctie. Cholinechloride draagt bij aan een goede stofwisseling.
Allereerst een betere gezondheid van de koe. Door de koe te ondersteunen in de transitiefase vermindert het aantal problemen aanzienlijk. Dit wordt weergegeven in de volgende grafiek. Na het toedienen van een product met glycerine, kobalt, niacine, biotine en cholinechloride is het aantal problemen substantieel verlaagd.
Meestal worden deze supplementen via de voeding gegeven. Deze methode is echter ineffectief gebleken. Een verzwakte koe eet minder en krijgt daarmee onvoldoende voedingsstoffen binnen. Een oplossing voor dit probleem is individuele toediening van voedingssupplementen.
Dit artikel komt uit de Koerant (Editie 2 | 2020) wil je de volledige Koerant lezen? Klik dan op onderstaande knop.
© 2020 HyCare is een initiatief van The Schippers Group
Neem contact op voor
meer informatie
over dit programma